17 december 2019 | Het spiksplinternieuwe Boerderijenfonds is op 6 december 2019 formeel aangekondigd. Dat betekent nog niet dat het fonds ook meteen operationeel is. Dat is pas over een maand of twee het geval.
In dit artikel geeft Gitta op den Akker, die het fonds gaat opbouwen en leiden als directeur, alvast een toelichting op hoofdlijnen.
Waarom een stimuleringsfonds voor boerderijen?
Tegen de achtergrond van meerdere voor het agrarische erfgoed bepalende maatschappelijke en economische ontwikkelingen, is het idee van een stimuleringsfonds voor herbestemming, verduurzaming en restauratie van boerderijen ontstaan. Die ontwikkelingen zijn onder meer de dreigende leegstand door verlies van agrarische functies ten gevolge van bedrijfsbeëindiging. Ook speelt een rol de toenemende druk ten gevolge van het gevoelde maatschappelijk belang en de aangescherpte regelgeving met betrekking tot klimaat, milieu en gezondheid. Daarnaast is er nieuw beleid dat eisen stelt aan de verbinding van erfgoed met de leefomgeving en ruimtelijke opgaven. En tenslotte hebben we te maken met de demografische ontwikkelingen ten gevolge van economische omstandigheden (o.a. krimp).
Het door AEN eind 2017 uitgebrachte manifest Gebruik de Boerderij! (klik hier) richt zich op overheden en organisaties (secundair op eigenaren) en bevat met betrekking tot historische boerderijen de drievoudige oproep: wees u bewust van wat er is, hef de barrières op, én benut het potentieel. In die zin vormt het manifest de richtinggevende grondslag voor de missie die het Boerderijenfonds zich stelt: het stimuleren van behoud en gebruik van agrarisch erfgoed, ter bevordering van een toekomstbestendig platteland.
Hoe gaat het Boerderijenfonds helpen?
Het Boerderijenfonds gaat particuliere eigenaren ondersteunen met een financiële bijdrage en met deskundigheid. Het tweede doel van het fonds is om relevante kennis en informatie te verzamelen en toegankelijk te maken. Om beide doelen te realiseren is door het Ministerie van OCW aan AEN een budget toegekend ter grootte van 4.994.150 euro te besteden in een periode van 3,5 jaar, dus tot halverwege 2023.
Ondersteuning met geld en deskundigheid
Het eerste doel – (het toekennen van) de financiële bijdrage en de advisering in het ontwikkelingstraject van het ingediende project – zal gebonden zijn aan twee categorieën criteria: ten eerste de algemene richtlijnen die bepalen of een project kan worden ingediend en ten tweede de beoordelingscriteria op grond waarvan de aanvraag kan worden gehonoreerd.
Hoewel de criteria nog zullen worden aangescherpt, valt ten aanzien van de eisen die worden gesteld aan het indienen al op te merken:
Het fonds richt zich in de eerste plaats op particuliere initiatieven (particuliere eigenaren of een groep van eigenaren, in bepaalde gevallen een huurder, een ideële instelling zonder winstoogmerk, en dergelijke);
Het gaat om historische boerderijen, het erf en eventueel ook het omliggende landschap;
Het hebben van een omgevingsvergunning is geen voorwaarde maar de indiener heeft al wel onderzoek gedaan naar de vergunningseisen en daarover zelfs al gesproken met de gemeente;
Een sluitende begroting met een dekkingsplan waarin alle te verwachten uitgaven en inkomsten zijn opgenomen, is voorwaarde.
Ingediende projecten worden beoordeeld op een veelheid aan inhoudelijke aspecten. Om alvast de belangrijkste te noemen:
Het gaat (uiteraard) om het behoud en het (her)gebruik van waardevol agrarisch erfgoed;
Het project bevat bestendige duurzaamheidsoplossingen;
Het project levert meerwaarde voor de omgeving (landschappelijk, ecologisch en maatschappelijk relevant);
Er is draagvlak in de buurt, in de gemeente en er is samenwerking gezocht met relevante partijen;
Het project is aantoonbaar economisch haalbaar, zowel op de korte als op de lange termijn.
De beoordeling van ingediende projecten
Ter beoordeling van ingediende projecten wordt een commissie samengesteld waarin verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn. Denk daarbij aan erfgoeddeskundigheid, aan kennis van de landelijke bouwkunst en van duurzaamheidstechnieken, aan financiële en economische kennis, aan kennis van ruimtelijke vraagstukken en overheidsbeleid. Aan de 16 in AEN verzamelde boerderijenstichtingen wordt input gevraagd op regionaal en lokaal niveau.
Per jaar zijn er drie aanvraagrondes: in januari, mei en september. De eerste ronde zal zijn in mei 2020. De beoordelingscommissie behandelt per ronde de binnengekomen projecten. Over de wijze waarop projecten moeten worden ingediend komt nadere informatie zo gauw dat kan.
De organisatie
Het Boerderijenfonds kent een kleine organisatie: naast de directeur, Gitta op den Akker, één assistent voor het secretariaat en de communicatie, in het totaal 0,6 fte. Het Nationaal Restauratiefonds is de vaste samenwerkingspartner voor wat betreft de financiële aspecten en de communicatie. En met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wordt samengewerkt op het terrein van kennisdeling en kennisverspreiding (bijv. via het tweemaal per jaar te organiseren Platform Agrarisch Erfgoed).
Bron: Agrarisch Erfgoed Nederland, meer informatie op agrarischerfgoed.nl